VVD Zoekt Confrontatie met Orde van Advocaten

Door Jan-Hein Strop
sander dekker orde van advocaten

Als de advocatuur is geliberaliseerd, kunnen advocatenkantoren volledig anders bestuurd en gefinancierd worden. Niet-advocaten als aandeelhouder van innovatieve kantoren zouden de markt ingrijpend kunnen veranderen. Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming heeft de eerste stap in deze richting gezet. Als de Orde van Advocaten zich niet constructief opstelt, dreigt een confrontatie.

Aan de Neuhuyskade 94 te Den Haag – hoofdkantoor van de Orde van Advocaten – is onlangs een bom afgegaan. Maar de ontploffing heeft zich grotendeels aan het oog onttrokken, het stof is in opvallende stilte neergedaald.  

De bom was SRK, uitvoerder voor rechtsbijstandverzekeraars, die halverwege oktober aankondigde dat de advocaten in loondienst ook niet-verzekerden gaan helpen voor lage, vaste tarieven. Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming (VVD) stond direct te juichen; opvallend want de VVD heeft zich onder de voormalige ministers van Justitie Opstelten en Van der Steur niet bepaald kritisch opgesteld richting de advocatuur.   

Dekker weet dat het initiatief van SRK rechtstreeks indruist tegen de beroepsregels van de Orde: advocatenkantoren mogen geen andere aandeelhouders hebben dan advocaten, want dat zou hun onafhankelijkheid in gevaar brengen – het meest misbruikte argument tegen vernieuwing. Overtreding van deze regels kan leiden tot tuchtrechtelijke sancties.

Stel je voor, een kantoor zonder partnermodel

Als de advocatuur is geliberaliseerd, kunnen advocatenkantoren volledig anders bestuurd en gefinancierd worden. Niet-advocaten zouden aandeelhouder kunnen worden van innovatieve kantoren en de markt ingrijpend veranderen. Stel je voor: een kantoor zonder partnermodel dat de winsten herinvesteert in marketing en software; een kantoor dat zich niet laat leiden door het uurtarief maar door het vergroten van de efficiëntie. Zeker rechtsbijstandverzekeraars en accountants (die al druk concurreren met juridische diensten waar geen advocaat voor nodig is) zouden niet vies zijn van openstelling van de markt.      

De reactie van de Orde was voorspelbaar: innovatie stuit af op de ‘onafhankelijkheid van de advocaat’.

Goed getimede rugdekking

Op dezelfde dag dat het explosief afging, kwam een onderzoek van het WODC naar buiten dat concludeerde dat advocaten veel te duur zijn voor het MKB. Dat is natuurlijk geen toeval. Justitie had het rapport besteld en minister Dekker zag erin bevestigd wat hij al lange tijd denkt. Zo kon hij goed getimed rugdekking geven aan het rebelse initiatief van SRK.

Dat Dekker grote sympathie heeft voor rechtsbijstandverzekeraars is bij omstanders bekend, zeker nadat hij vorig jaar een veel bekritiseerde video van een werkbezoek aan Achmea on line zette. Een paar maanden later kondigde hij een pilot aan waarbij de Raad voor Rechtsbijstand voor de behandeling van 750 consumentengeschillen samenwerkt met rechtshulpverlener LegalGuard, onderdeel van Achmea; opnieuw een teken aan de wand dat het de minister ernst is.

Tegelijkertijd verschoof de politieke aarde in liberaal Den Haag. De VVD beleefde een ongekend debacle met een poging de dividendbelasting op te heffen en kreeg als gevolg daarvan steeds meer last van het imago van beschermer van de grote corporates. Veelzeggend was een interview met Klaas Dijkhoff in De Telegraaf april dit jaar, waarin hij zegt dat de partij meer aansluiting zoekt bij de middenklasse en het MKB.

Een gevaarlijke cocktail

Zo waren dit jaar alle ingrediënten voor een gevaarlijke cocktail gemixt: een minister van rechtsbescherming die dol is op rechtsbijstandverzekeraars, een hoog oplopend conflict over de sociale advocatuur, een morrend MKB dat advocaten te duur vindt en een VVD die plotseling het MKB omarmt.

Een week later – in een ogenschijnlijk een-tweetje met de minister – stelde VVD-kamerlid Van Wijngaarden een set opvallend scherpe vragen aan zijn partijgenoot naar aanleiding van deze berichtgeving. Zo wil hij weten of het verbod op andere aandeelhouders dan advocaten wel verenigbaar is met het mededingingsrecht en of de minister de ACM (Autoriteit Consument en Markt) wil vragen het verbod tegen het licht te houden.

Onnodige belemmeringen voor toetreding markt voorkomen

De minister heeft onlangs geantwoord: ‘De NOvA heeft […] een belangrijke verantwoordelijkheid om onnodige belemmeringen voor toetreding tot de markt of innovatieve werkwijzen te voorkomen. Ik verwacht van de NOvA dat zij regels kritisch tegen het licht houdt op het moment dat nieuwe vormen van dienstverlening ontstaan.’

Vervolgen stelt Dekker dat de Orde heeft aangegeven zich bewust te zijn van ‘veranderende marktomstandigheden’ en zich ‘verantwoordelijk’ te voelen om regels bij de tijd te houden. ‘De NOvA geeft aan dat regulering die met zijn tijd meegaat met behoud van de kernwaarden het leidende principe is. De NOvA buigt zich momenteel over dit vraagstuk en heeft aangegeven mij hierover te informeren.’ Voor het eind van het jaar informeert de minister De Kamer over de voortgang.

Het is de twijfelachtig of de Orde haar verantwoordelijkheid neemt. Geconfronteerd met de roep om innovatie bestaat er een hardnekkige neiging de hakken in het zand te zetten. Denk even terug aan de ophef rond het zogeheten provisieverbod, waarmee de orde trachtte om digitale marktplaatsen te dwarsbomen. Door dat verbod mochten deze platforms, zoals LegalDutch, geen fee in rekening brengen bij advocaten voor hun diensten, wat deze partijen de facto van de markt weert. ‘Wij willen geen Uber voor de advocatuur,’ zei een advocaat die het provisieverbod verdedigde. Betaalbare oplossingen voor MKB-ers en particulieren kwamen hierdoor nauwelijks van de grond.

Orde misbruikt bevoegdheid om markt af te schermen

Net als nu verschool de Orde zich achter de ‘onafhankelijkheid van de advocaat’. Die zou in gevaar komen, maar met één overtuigend argument wist de Orde niet te komen. Ook andere initiatieven om het recht toegankelijker te maken stuitten steevast op een njet van de toezichthouders. Daarom is de indruk ontstaan dat de Orde haar wettelijke bevoegdheid als toezichthouder misbruikt om de belangen van haar achterban te behartigen: het afschermen van de markt.     

Een klacht hierover bij de ACM van ondergetekende trof doel. De Orde kreeg te horen dat het verbod niet houdbaar was, en werd gedwongen de regels aan te passen. Voor de reputatie van de Orde was het niet best. Het gedrag versterkte het beeld van een archaïsche, in zichzelf gekeerde organisatie die wars is van vernieuwing met de rechtzoekende als slachtoffer.

Kulargumenten en juridisch verzet

Het salvo dat SRK en VVD hebben gelost is veel gevaarlijker dan het rumoer rond het provisieverbod. Vandaar dat de Orde zal terugvallen op het geijkte patroon: hakken in het zand.  Maar met alleen rigiditeit win je niemand voor je zaak, en al helemaal niet als je argumenten zwak zijn. Hoe kan je verdedigen dat dezelfde advocaten van SRK (die werken voor verzekerden) opeens niet meer onafhankelijk zouden zijn als ze werken voor niet-verzekerden? Dit is een lastige vraag waarop een goed antwoord moet komen.

Voorlopig heeft de Orde het recht wel aan haar zijde. In het zogeheten Wouters-arrest van het Europese Hof is in 2002 bepaald dat het de Orde is toegestaan om op grond van de beroepsethiek een samenwerking tussen een advocatenkantoor en een accountantsorganisatie te verbieden, in uitzondering op de mededingingsregels. 

Legal Services Act

Mocht de Orde deze weg opgaan dan bestaat een gerede kans dat Dekker geen geduld heeft voor een lang gerechtelijk traject en direct overgaat tot nieuwe wetgeving. Het lichtend voorbeeld is er al: de Legal Services Act die de Britse markt in 2011 heeft geliberaliseerd. 

Saillant detail: de wet betekende ook het einde van de Britse evenknie van de Orde van advocaten als wettelijke toezichthouder (en regelgever). Er resteert voor de Law Society slechts een rol als belangenbehartiger, als een klassieke branchevereniging dus. Reden was dat de overheid meende dat vanwege het gevaar van belangenverstrengeling een vermenging van beide rollen onwenselijk was.      

Tot zo’n revolutionair stelselwijziging komt het niet zomaar, dat weet de Orde ook. En het is de vraag wat coalitiegenoot CDA (en CDA-minister van Justitie Grapperhaus) hiervan vindt. Maar de geest is uit de fles.  

Vrijgelaten door de VVD nota bene, die eindelijk de belangen van het MKB vooropstelt. 

Over de auteur

Ik ben oprichter van LegalDutch, een vernieuwend marketingplatform voor advocaten. Met mijn ervaring als journalist (ex-FD) en juridische achtergrond help ik advocaten nieuwe klanten te bereiken met content marketing: effectief geschreven blogs die de doelgroep raken en scoren in Google. Ik geef workshops, breng advocaten in het nieuws en denk mee bij contentcreatie. Email: janhein@legaldutch.nl.